Hugo van der Kooij neemt afscheid: 32 jaar bestuurslid bij Amstelveen Oranje
- communicatie148
- 14 nov
- 5 minuten om te lezen

Het is 1986 als Hugo van der Kooij gevraagd wordt of hij de organisatie van Koninginnedag in wijkcentrum De Meent op zich wil nemen. Wat begint als een taak binnen zijn werk als jongerenwerker, groeit uit tot een indrukwekkende reis van ruim 30 jaar waarin Hugo een drijvende kracht wordt achter herdenkingen, vieringen en maatschappelijke betrokkenheid in Amstelveen.
Nu, ruim 3 decennia jaar later, neemt hij afscheid van het bestuur van Stichting Amstelveen Oranje. Tijd om terug te blikken.
Van padvinder tot verbinder
Als kind zit Hugo bij de padvinderij. Daar begint zijn liefde voor organiseren. "Bij de scouting waren we altijd betrokken bij 4 en 5 mei, en Koninginnedag. Ik leerde al jong wat samenwerken in de praktijk betekent."
Die ervaring komt goed van pas als hij later als jongerenwerker aan de slag gaat. Eerst in De Meent, daarna breder in de stad als leidinggevende bij het Stedelijk Jongerenwerk. “In mijn portefeuille zat Koninginnedag. Dat betekende: kinderdisco’s, versierde fietsen, springkussens, een bomvol wijkprogramma. Amstelveen leefde echt op zulke dagen.”
Zijn aanpak valt op. Niet alleen bij collega’s in het welzijnswerk, maar ook bij het toenmalige bestuur van de Vereniging tot Viering van Nationale Feestdagen, de voorloper van Amstelveen Oranje. Ze vragen hem om ook in andere wijken te helpen. “En toen (1993) zat ik ineens in het bestuur.”
In de leer bij Henk Huisman
Hugo leert het vak van de legendarische voorzitter Henk Huisman. “Een markante man. Hij wist alles en iedereen te vinden. Als hij iets wilde, regelde hij het. Via de burgemeester, via ambtenaren, of gewoon met de pet langs de middenstand. Henk was van de oude stempel.”
Samen organiseren ze jarenlang Koninginnedag en kermissen, zonder structurele subsidie. Het geld halen ze zelf op, onder andere via de voorjaarskermis op het Plein 1960. “De opbrengst van de botsauto’s was onze werkbudget.”
Met het verdwijnen van deze aanpak – de gemeente ging de kermis zelf organiseren – veranderde ook de organisatie. Huisman haakte af, maar Hugo bleef. “Ik zat er inmiddels te diep in. En ik geloofde in de waarde van het werk.”
De grote omslag
In de jaren daarna verandert Amstelveen Oranje van een faciliterende stichting naar een meer producerende organisatie. “Waar we vroeger alleen de vergunningen regelden en anderen stimuleerden om iets te doen, zijn we nu ook zelf initiatiefnemer. Kijk naar Koningsnacht, 5 mei, de Vrijheidslezing, het zijn allemaal eigen producties geworden.”
Toch houdt Hugo altijd vast aan zijn visie: geef mensen eigenaarschap. “Juist als een wijk of school zelf iets bedenkt voor 5 mei, dan komt het binnen. Dan blijft het hangen.”
Die gedachte zit ook achter projecten als het Tegeltjesproject, waarin kinderen hun visie op vrijheid verbeelden. “Dat idee kwam van de Canadese begraafplaats bij de Holten, waar ik een keer een herdenkingsplek bezocht. Ik dacht: dat kunnen wij ook. En nu is het traditie.”
Successen met impact

Door de jaren heen heeft Hugo niet alleen een onmiskenbare bijdrage geleverd aan de continuïteit van herdenken en vieren in Amstelveen, maar ook aan een aantal spraakmakende successen. In 1995 – nog maar twee jaar na zijn aantreden – organiseerde hij het programma rondom 50 jaar bevrijding. Van kinderactiviteiten tot een groots feest op het Plein 1960: het werd een indrukwekkend programma dat Hugo een gemeentelijke onderscheiding opleverde in de vorm van de Penning van Verdienste.
Een hoogtepunt dat vaak terugkomt in verhalen is de legendarische house party in de parkeergarage van Vroom en Dreesmann. “Het kostte veel overleg en er was weerstand,” herinnert Hugo zich, “maar uiteindelijk kwamen er 2.000 jongeren dansen op muziek, op een plek waar nog nooit zoiets was georganiseerd. Het was gewaagd, maar het werkte.”
Jongeren zitten in zijn hart. Zo stond Hugo samen met jongeren aan de wieg van het Popodium P60. “Jan van Zanen (voormalig burgemeester) benoemde me informeel tot Nachtburgemeester van Amstelveen.”
Onvergetelijk was natuurlijk de komst van de Koning op zijn eerste Koningsdag in 2014.
“Bijzonder dat de Koning mij en mijn vrouw Karin uitnodigde op zijn verjaardagsconcert.”
Ook het Jom Hasjoa-monument ‘Nooit meer teruggekomen’ is een resultaat waar Hugo trots op is. “Dit monument herdenkt de vele Amstelveense Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Het monument, inclusief educatief project, is in samenwerking met de gemeente Amstelveen gerealiseerd, met als doel om het bewustzijn rond de Holocaust levend te houden. De jaarlijkse herdenking aldaar – ingetogen, betekenisvol – trekt steeds meer betrokken inwoners en scholieren. Herdenken is geen routine, het is een oproep om alert te blijven.”

Dertig jaar na 1995 is Hugo opnieuw de aanjager van een bijzonder programma: 80 jaar vrijheid.
Met het motto ‘Vrijheid, wat doe jij ervoor?’ wil Hugo mensen aan het denken zetten. Een van de hoogtepunten is de Dialooglunch, waarbij ouderen en jongeren met elkaar in gesprek gaan over vrijheid toen en nu. “Dat zulke gesprekken plaatsvinden aan tafel, met een kop soep erbij, dat is waar verbinding ontstaat.” Lees over het uitgebreide programma 80 jaar vrijheid en de vele activiteiten.
Samenwerken is een kunst
Hugo blikt met warmte terug op de samenwerking met talloze Amstelveners. “Van beleidsambtenaren tot wijkteams, van basisscholen tot religieuze leiders. Wat ik geleerd heb: als je mensen serieus neemt, dan krijg je veel voor elkaar.”
De wijkteams zijn hem bijzonder dierbaar. “Sommige mensen worden weggezet als ‘ambtenaren die alleen maar op de klok kijken’. Ik heb juist betrokkenheid en vakmanschap gezien.
Ook binnen het bestuur ontstonden door de jaren heen sterke banden, met mensen als Cor Aarts, Frank Kuyper en Kees Koot, de penningmeester. “Kees weet alles van financiën en subsidies. Ik was meer van de ideeën.”
Creatief, betrokken en soms een blooper
Hugo ziet zichzelf als een starter. “Ik hou van iets nieuws beginnen. Na twee jaar moet ik weer iets anders verzinnen.” Zo start hij projecten zoals sport & spel op straat. Studenten die zomers langs de wijken trekken met sportactiviteiten voor kinderen. “En soms ging het ook mis. We hadden ooit een sponsorloop op het Stadsplein. Niemand kwam opdagen. Bloopertje. Maar ja, als je niks probeert, gebeurt er ook niks.”
Wat hem al die jaren motiveerde? “De waardering. Niet zozeer in woorden, maar in het feit dat mensen me blijven vragen, blijven betrekken. Of dat ze zeggen: ‘Vraag Hugo maar.’”
En nu?
Hugo blijft betrokken bij Amstelveen. “Ik woon hier, ik ken deze stad door en door. En ik blijf altijd meedenken als het nodig is.”
Op de vraag wat hij hoopt dat blijft voortleven binnen Amstelveen Oranje, hoeft hij niet lang na te denken. “Blijf zoeken naar manieren om inwoners zélf te laten bijdragen. Vier samen, herdenk samen. Het gaat niet om ons, het gaat om de stad.”
Dank je wel, Hugo.














